Tiende generatie
Zonen Jan Wytzes van der Sluis (1826 - 1908)


4.1.12.2
JACOB JANS, boer te Hemrik

24-1-1850 Wijnjeterp - 11-2-1944 Wijnjeterp
x Rinskje Jans de Boer, Opsterland 9-12-1872
8-5-1846 Hemrik - 11-12-1914 Wijnjeterp
dv Jan Wiebes de Boer en Joukjen Hanzes van der Wal

1. Doetje 28-2-1873 Siegerswoude
2. Jan 14-8-1874 Siegerswoude
3. Joukje 8-1-1877 Hemrik
4. Wiebe 30-12-1881 Hemrik
5. Janke Jacoba 2-6-1884 Hemrik
6. Alle 3-7-1892 Hemrik



Jacob Jans van der Sluis en Rinskje Jans de Boer

4.1.12.5
ALLE JANS, boer te Langweer

21-1-1856 Wijnjeterp - 5-2-1938 Huizum
x Antje Douwes Velde, Opsterland 13-5-1881
6-3-1860 Terwispel - 15-8-1944 Huizum
dv Douwe Jacobs Velde en Fokje Fokkes van der Schaaf

1. Doetje 22-4-1882 Langezwaag
2. Douwe 19-2-1884 Langezwaag
3. Jan 16-10-1885 Langezwaag
4. Fokke 30-7-1887 Langezwaag
5. Fokje 28-4-1889 Langezwaag
6. Jacob 4-3-1895 Langweer

In zijn boek 'Wat een handelsman in Friesland beleefde' schrijft de uit Westfalen afkomstige koopman Schöne hoe hij in 1891 Alle Jans van der Sluis aan een boerderij in Langweer heeft geholpen. Hij luisterde daar in logement De Drie Zwaantjes een gesprek af tussen twee neven die elkaar in lange tijd niet gezien hadden en het laatste familienieuws uitwisselden. Zo vertelde de een, dat binnenkort een oom met boeren zou ophouden, maar dat deze met het opzeggen van de huur wilde wachten tot Allerheiligen, de dag die hiervoor in het huurcontract was voorgeschreven.

Schöne vervolgt dan:
'In de daarop volgende week kwam ik des Maandags te Langezwaag bij een klant, nl. de veehouder S. 't Was nog vroeg, ongeveer acht uur in den morgen. De vrouw was buiten bezig en noodigde mij binnen om een kopje koffie te drinken. Ik voldeed aan die uitnoodiging en merkte, binnengekomen op: 'Nou, 't is maar goed, Anna, dat ik gekomen ben, want ik zie wel, dat jullie nieuwe gordijnen moeten hebben.' Ik had het voorrecht deze jonge vrouw bij den voornaam te mogen noemen, want ik kende haar reeds van hare geboorte af en kwam vroeger ook dikwijls bij hare ouders die te Terwispel woonden.
Gordijnen behoefde Anna echter niet. 'U weet zeker wel,' zei ze 'dat we hier vandaan moeten? De plaats is verkocht en anders had mijn man wel moeite gedaan om ze te koopen, maar hij wil hier niet blijven en gaat liever naar den greidhoek of op den klei. Tot nu toe hebben we nog niets. Dikwijls heeft mijn man al op boerderijen geschreven en we hebben er al heel wat bezien, maar telkens is het mis, zoodat we geloven dat we wel zonder zullen blijven en boer-af worden. Ik wou, dat U maar een goede boerenplaats voor ons wist!'
'Nu', zei ik, 'ik weet heel toevallig nog wel een plaats die te huur komten dat is er juist een als je man graag zou willen hebben, maar of jullie ze huren kunt weet ik natuur-lijk niet, omdat het voorlopig nog geheim is dat de tegenwoordige boer eraf gaat. Zelfs de eigenaar weet nog niet dat de huurder dit jaar met Allerheiligen zal opzeggen.' Ik had nauwelijks uitgesproken of opeens vlogen er een paar bedsdeuren open zoodat ik ervan schrok, en er kwam een stem uit die zei: 'Keapman, is dat wier of meitsje jo myn frou mar hwet wiis?'


't Was de boer zelf, die 's morgens vroeg met hoofdpijn was opgestaan en, nadat hij gevoerd en gemolken had, op aandringen van zijn vrouw weer te bed was gegaan. De hoofdpijn was nog niet over, maar de mededeeling van mij had zijn belangstelling gewekt en toen ik verzekerde, dat het waar was wat ik gezegd had, stond de boer op en kwam bij ons zitten om nadere informaties van mij te ontvangen.
...
Daarop toog mijn vriend terstond naar Leeuwarden, waar hij door den eigenaar, jhr. Lycklama à Nijeholt, welwillend werd ontvangen en te woord gestaan. Hij vroeg "Als het waar mocht zijn, mag ik dan de eerste zijn om de plaats uit de hand te huren? De heer Lycklama à Nijeholt, die S. en zijne familie zeer goed kende, beloofde dat en zei toe, direct bij den huurder van de plaats schriftelijk te zullen informeeren. Dat gebeurde en de zaak had nu verder een vlot verloop. 't Was Maandag toen ik te Langezwaag aan S. de mededeeling had gedaan, en des Zaterdags daarop ontving ik reeds 'n brief met de mededeeling: "De plaats is door mij gehuurd. Dank voor uwe bemiddeling."
't Deed mij genoegen, dat ik op deze wijze iets voor hen had kunnen doen. Het is hun trouwens de eerste jaren niet meegeloopen op deze boerderij, want ze troffen eerst nogal natte jaren en de huur was ook aan den hoogen kant, maar later, toen ze opnieuw ingehuurd hadden, kwam alles goed terecht. Nog heden denk ik met prettige herinnering aan dit echtpaar terug, dat later naar Huizum is getrokken.'

Bewaard gebleven is de taxatiebrief, waarin staat vermeld dat Alle Jans toen f621,10 moest betalen voor overname van een aantal zaken als: watermolen met zeilen, hooisleep, schiphuis met 'bjinstap', wagenhok, varkenshok, koestallen, hekken, stekken en pompen, karnmolen met toebehoren, kippenhok enz.


Hierboven een foto van de boerderij te Langweer. Later bewoonde Ed Nijpels, commissaris der koningin in Friesland, de boerderij van Alle Jans.


Foto genomen t.g.v. het 25-jarig huwelijksfeest

4.1.12.7
WYTZE JANS, boer te Terwispel

8-3-1860 Wijnjeterp - 1-11-1947 Terwispel
x Rigtje Gerrits Gerritsma, Schoterland 12-5-1895
3-4-1859 Langezwaag - 28-3-1939 Terwispel
dv Gerrit Johannes' Gerritsma en Sytske Kornelis' Nijdam

1. Jan 6-2-1896 Terwispel
2. Sietsche 22-9-1901 Terwispel - 26-6-1903 Terwispel

Nadat de onenigheid tussen de familieleden over de erfenis van vader Jan Wytzes in 1909 formeel was afgesloten (maar niet beëindigd) met de verkoop van de boerderij waarvan Wytze Jans huurder was, kocht hij een andere boerderij in Terwispel, gelegen achter de zuivelfabriek, voor fl. 34.380 van de Corneliastichting.

4.1.12.8
KORNELIS JANS, boer te Ureterp

15-5-1863 Wijnjeterp - 22-5-1941 Huizum
x Antje Kornelis' Rinsema, Opsterland 16-5-1890
16-4-1865 Ureterp - 9-11-1946 Drachten
dv Kornelis Wobbes Rinsema en Wimke Wiering

1. Jan 31-12-1890 Ureterp
2. Kornelis 27-7-1892 Ureterp

Na hun huwelijk woonden Kornelis en Antje eerst op Selmien onder Ureterp. Na een kort verblijf in Nijega in de zuidwesthoek van Friesland kochten zij een boerderij op Sorremorre onder Akkrum van Van Welderen Rengers voor fl. 40.135. Ze werden daar in 1922 opgevolgd door zoon Jan en rentenierden in Drachten.


Kornelis Jans van der Sluis en Antje Kornelis Rinsema

4.1.12.9
YPE JANS, veearts te Haarlem

9-7-1865 Wijnjeterp - 19-8-1935 Haarlem
x Aukjen Halbes Westra, Kollumerland 13-8-1896
26-7-1867 Kollum - 2-12-1943 Haarlem
dv Halbe Westra en Aukjen Clewits

1. Doetje 14-5-1897 Amsterdam

Op 3 maart 1909 werd te Bern tot doctor in de veeartsenijkunde bevorderd: Y. VAN DER SLUIS op een proefschrift getiteld: "Über die Abtötung van Tuberkelbazillen in natürlich inficierter Milch und über die Pasteurisierung der Milch". Na onderzoek kwam hij tot de conclusie dat melk pas onder de naam gepasteuriseerde melk in de handel mag worden gebracht nadat ze minstens een uur tot 80 graden verhit is geworden.